Protocol Buurtbus.

Protocol Buurtbus
OV Oost
2 Versie definitief, 20181101
Gelderland: zaaknummer.: 2018-012400 / Overijssel: mapnummer: 5118891
Inhoudsopgave
Inleiding ……………………………………………………………………………………………………………………. 3
1.1 De Concessieverlener…………………………………………………………………………………………. 4
1.2 De Concessiehouder ………………………………………………………………………………………….. 4
1.3 Buurtbusvereniging ……………………………………………………………………………………………. 5
1.3.1 Eisen aan de buurtbuschauffeur ……………………………………………………………………. 5

  1. Starten en beëindigen buurtbusprojecten ………………………. 6
    2.1 Starten ……………………………………………………………………………………………………………… 6
    2.2 Beëindigen ……………………………………………………………………………………………………….. 7
  2. Financiën ……………………………………………………………………………………………………………….. 7
  3. Verzekeringen ………………………………………………………………………………………………………… 8
  4. De buurtbus / het voertuig ………………………………………………………………………………………. 8
  5. Vervoerbewijzen …………………………………………………………………………………………………….. 8
    3 Versie definitief, 20181101
    Gelderland: zaaknummer.: 2018-012400 / Overijssel: mapnummer: 5118891
    Inleiding
    De buurtbus is onderdeel van het openbaar vervoer. Dit protocol verduidelijkt de achterliggende
    organisatie, taken, rollen en verantwoordelijkheden van de bij het buurtbusproject betrokken partijen:
    Concessieverlener (provincies), Concessiehouder (de partij die de concessie uitvoert: de
    vervoerder(s)) en Buurtbusvereniging.
    De informatie in dit document is afgestemd op de buurtbus als statutaire vereniging (waarmee
    voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor verenigingen als gesteld in het BW art. 2:27)1 die
    ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel. Hieronder een schematische weergave van de
    onderlinge relaties tussen de drie partijen. De communicatielijnen over en weer zijn een gevolg van
    de verantwoordelijkheden.
    Het Protocol kan nader worden uitgewerkt in een handboek of werkinstructies.
    1 Een aantal buurtbuslijnen kent een andere organisatievorm. Dit heeft geen consequenties voor de wijze van
    samenwerken en de verantwoordelijkheden.
    Concessieverlener
    Is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer en maakt
    het mogelijk dat de CH dit organiseert en uitvoert. De CV
    verplicht de CH ook de BBVen te faciliteren als onderdeel
    van het openbaar vervoer.
    Concessiebeschikking
    Concessiehouder
    is verantwoordelijk voor de
    organisatie en uitvoering
    van het openbaar vervoer.
    De CH faciliteert de BBVen
    om haar OV-netwerk te
    completeren.
    Faciliteren
    Buurtbusvereniging
    is verantwoordelijk voor de
    uitvoering van de dienstregeling(en)
    zoals overeengekomen met de CH.
    Reiziger
    Dienstverlening
    Vragen) Vragen): Reizigers kunnen vragen
    stellen aan buurtbuschauffeurs.
    De chauffeur kan doorverwijzen.
    Financiële bijdrage
    Vragen,
    Klachten,
    informatie
    4 Versie definitief, 20181101
    Gelderland: zaaknummer.: 2018-012400 / Overijssel: mapnummer: 5118891
  6. De samenwerkende partijen
    1.1 De Concessieverlener
    De Concessieverlener
    • besluit vanuit haar verantwoordelijkheid voor het regionale openbaar vervoer over het aantal
    buurtbuslijnen en/of Buurtbusverenigingen;
    • betaalt de Concessiehouder voor de buurtbuslijnen volgens de financiële afspraken in de
    betreffende concessie;
    • stelt functionele eisen aan materieel en dienstregeling via het programma van eisen voor de OVconcessies;
    • verstrekt een subsidie voor Buurtbusverenigingen;
    • stelt de reizigerstarieven vast;
    • stelt de dienstregelingen vast;
    • voert overleg met Concessiehouder, Buurtbusvereniging(en) en andere stakeholders;
    • is in ieder geval, tenminste eenmaal per jaar, aanwezig bij het regionaal overleg van een
    concessie waarbij alle Buurtbusverenigingen, van die betreffende concessie, aanwezig zijn ;
    • controleert tijdens de looptijd van het buurtbusproject of het gewenste minimum aantal instappers
    van 400 per maand, gedurende één kalenderjaar gemiddeld per maand wordt bereikt, over drie
    opeenvolgende maanden (juli en augustus niet meegerekend);
    • toetst of de gewenste kwaliteit wordt geleverd. Checkt daartoe o.a. op het aantal reizigers en het
    passen van het buurtbusproject binnen het totale openbaar vervoer-aanbod.
    1.2 De Concessiehouder
    De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het openbaar vervoer en faciliteert de
    buurtbusprojecten.
    De Concessiehouder
  • stelt het voertuig of de voertuigen ter beschikking en voert het technische onderhoud uit;
  • draagt de kosten voor brandstof, het schoonmaken, het onderhoud en het stallen van het voertuig
    of de voertuigen;
  • stelt de dienstregeling op en betrekt daarbij de Buurtbusvereniging, omdat het van belang is om
    ook de lokale kennis en wensen te benutten in de besluitvorming;
  • zorgt ervoor dat de dienstregeling van de Buurtbusvereniging minimaal één gedeelde halte met
    een reguliere openbare vervoersvoorziening (bijvoorbeeld bus- of treinstation) heeft;
  • plaatst halteborden en -palen en informeert de Buurtbusvereniging en de reizigers over de
    dienstregeling;
  • informeert de Buurtbusvereniging actief over de dienstregeling, verschillende vervoerbewijzen, de
    tarieven en over lopende marketingactiviteiten;
  • zorgt op verzoek van de Buurtbusvereniging op eigen kosten voor een structurele oplossing in
    extra capaciteit, (een extra voertuig) als geconstateerd is dat er voor een specifieke buurtbusrit in
    de dienstregeling regelmatig te weinig capaciteit is. Als de Concessiehouder kan aantonen bij de
    Concessieverlener dat de capaciteit slechts incidenteel te klein is, hoeft er geen structurele
    oplossing te worden geboden;
  • is verantwoordelijk voor de reizigersopbrengsten en de registratie van het aantal reizigers zoals in
    het Programma van Eisen (PvE) van de van toepassing zijnde OV-concessie is bepaald.
    De Concessiehouder is het aanspreekpunt voor
  • de Buurtbusvereniging en zorgt dat zijn contactpersoon eenvoudig bereikbaar is en voldoende
    bevoegdheden heeft om de uitvoering te ondersteunen;
  • voor de reiziger. Hieronder valt bijvoorbeeld de communicatie over wijzigingen van de
    dienstregeling, tarieven, het beantwoorden van vragen en het afhandelen van klachten.
  • de Concessieverlener en levert aanvullende gegevens indien deze relevant zijn ter beoordeling
    van de voortgang van het buurtbusproject.
    5 Versie definitief, 20181101
    Gelderland: zaaknummer.: 2018-012400 / Overijssel: mapnummer: 5118891
    De Concessiehouder
  • organiseert de medische keuring en de rijvaardigheidstest voor de buurtbuschauffeurs;
  • verzorgt les/training. Dit kan technische instructie zijn op materieel en/of apparatuur maar ook op
    de gebieden klantgerichtheid, verkeersregels en sociale veiligheid;
  • toont aan tegenover de Concessieverlener dat de buurtbuschauffeurs met zekere frequentie,
    maar tenminste 1 keer per 2 jaar vanaf zijn/haar 75ste levensjaar, medisch en op rijvaardigheid
    opnieuw beoordeeld wordt door een daarin deskundige organisatie (als bijvoorbeeld ROVON). De
    Concessiehouder kan deze expertise ook in zijn eigen organisatie hebben belegd. Er wordt op
    meerdere aspecten getest als bijvoorbeeld motoriek, bedienen en manoeuvreren, mentale
    besluitvaardigheid in moeilijkere verkeerssituaties.
  • biedt desgewenst een individuele buurtbuschauffeur een training of bijscholing aan.
    1.3 Buurtbusvereniging
    Het bestuur van een Buurtbusvereniging is eindverantwoordelijk voor het doen en laten van de
    vereniging en haar vrijwilligers.
    De Buurtbusvereniging
  • formuleert haar statuten en een huishoudelijk reglement;
  • is verantwoordelijk voor het werven en selecteren van de vrijwillige chauffeurs zodat er voldoende
    chauffeurs zijn om de dienstregeling uit te kunnen voeren. Bij een nieuw op te richten vereniging
    kunnen de gemeente(n) en de Concessiehouder waarin de buurtbus gaat rijden een rol bij de
    werving spelen.;
  • is verantwoordelijk voor het samenstellen van dienstroosters voor chauffeurs;
  • kan aan de Concessiehouder voorstellen doen voor aanpassingen van de dienstregeling;
  • gaat zorgvuldig met de voertuigen om;
  • beantwoordt als eerste aanspreekpunt voor de reiziger met de buurtbus ook vragen en handelt
    indien mogelijk klachten af of verwijst de reiziger door naar de Concessiehouder;
  • overlegt met de Concessiehouder over de te volgen strategie als er problemen zijn met de sociale
    veiligheid, zoals bij vandalisme of bedreigingen;
  • vraagt subsidie aan bij de Concessieverlener op basis van de begroting en jaarrekening;
  • voert een administratie waarbij de Buurtbusvereniging kan aantonen welke kosten met de
    subsidiegelden zijn betaald.
    1.3.1 Eisen aan de buurtbuschauffeur
    Met betrekking tot de genoemde taken legt de chauffeur verantwoording af aan het bestuur van de
    Buurtbusvereniging.
    Algemene eisen
    De chauffeur
  • is in het bezit van een geldig rijbewijs B;
  • krijgt een intredekeuring bij een door de Concessiehouder aangewezen keuringsarts;
  • doorloopt een inwerkprogramma waarin hij/zij zich voorbereidt op zijn/haar taken;
  • volgt opleidingen/trainingen zoals technische instructie m.b.t. materieel en apparatuur en op de
    gebieden klantgerichtheid en sociale veiligheid, voor zover deze worden aangeboden;;
  • is tijdens de rit niet onder invloed van alcohol en/of drugs en/of van medicatie die de
    rijvaardigheid kan beïnvloeden;
  • meldt actief bij de Buurtbusvereniging wanneer sprake is van een omstandigheid in zijn/haar
    gezondheid die een risico kan vormen voor het adequaat besturen van een voertuig;
  • kan, als hij/zij de rijvaardigheidstest niet haalt de taak van chauffeur voor reizigers niet meer
    vervullen.
    Tijdens de uitvoering van zijn functie
    De chauffeur
  • is het visitekaartje van de buurtbus. Hij/zij ziet er representatief uit gedurende de buurtbusrit;
  • zorgt voor de veiligheid van de passagiers en vertoont correct, veilig en comfortabel rijgedrag;
    6 Versie definitief, 20181101
    Gelderland: zaaknummer.: 2018-012400 / Overijssel: mapnummer: 5118891
  • controleert of de reiziger een geldig reisproduct heeft;
  • leeft de dienstregeling na. Hierbij vermijdt hij vertragingen zoveel mogelijk. Uiteraard zonder
    verkeersovertredingen te begaan;
  • belt, bij pech onderweg, een, tussen Concessiehouder en vereniging voor dit doel afgesproken
    bereikbaar telefoonnummer;
  • belt evenzo als er een reden is die dwingt om af te wijken van de route;
  • wacht zolang als mogelijk is als op een knooppunt een aansluitende bus of trein niet op tijd is;
  • weigert een verzoek van een reiziger tot afwijking van de route, net als (wacht)verzoeken die
    eventueel tot vertraging kunnen leiden;
  • mag op verzoek van een reiziger wel buiten haltes, maar op de route, stoppen om de reiziger uit
    te laten stappen, op een veilige plek en volgens de geldende verkeersregels;
  • neemt vanuit zijn uitvoeringsverantwoordelijkheid ook de beslissing of wel of niet gereden kan
    worden bij extreme weersomstandigheden;
  • telt de reizigers die niet mee kunnen opdat de partijen onderbouwd kunnen vaststellen of inzet
    van een extra voertuig noodzakelijk is;
  • is ervoor verantwoordelijk dat passagiers tijdens de rit gebruikmaken van de zitplaatsen. Een
    passagier mag, conform wet- en regelgeving, niet staan tijdens de rit;
  • neemt de beslissing of een dier mee mag. Dieren mogen niet op zitplaatsen;
  • betaalt als veroorzaker de boete voor verkeersovertredingen tenzij binnen de Buurtbusvereniging
    of tussen Concessiehouder en Buurtbusvereniging daarover andere afspraken werden gemaakt.
  1. Starten en beëindigen buurtbusprojecten
    2.1 Starten
    Het initiatief voor het starten van een buurtbusproject kan vanuit een gemeente, een
    belangengroepering, een Concessiehouder of de Concessieverlener komen. De Concessieverlener
    beoordeelt de aanvraag. Als de aanvraag betrekking heeft op de uitvoering van een buurtbusproject
    in meerdere concessiegebieden c.q. gebieden van andere OV autoriteiten, dan pleegt de
    Concessieverlener overleg met de OV-autoriteiten van het aangrenzende gebied. Indien er in het
    concessie-overschrijdende gebied al een Buurtbusvereniging actief is, zal de Concessieverlener in
    dat geval ook overleggen met die reeds bestaande Buurtbusvereniging. Dit is vooral aan de orde als
    er sprake is van het (deels), overlappen van trajecten, of het hebben van gezamenlijke begin- en/of
    eindpunten.
    De Buurtbusverenging wordt opgericht als statutaire vereniging bij notariële akte als bedoeld in artikel
    BW 2:272 Na ontvangst van het onderzoeksrapport naar de vervoersbehoefte en een uitgewerkt
    voorstel van de Concessiehouder neemt de Concessieverlener over de aanvraag een besluit.
    Het is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer
  • aannemelijk te maken, tezamen met de Concessiehouder, dat er voldoende behoefte is aan
    vervoer, dat in een bediening naar het dichtstbijzijnde voorzieningencentrum c.q. knooppunt van
    openbaar vervoer of tussen twee knooppunten kan worden vormgegeven;
  • te zorgen voor een minimum van 400 reizigers per maand en aannemelijk te maken dat dit aantal
    naar verwachting in het eerste jaar word bereikt;
  • te zorgen voor het beschikbaar hebben van voldoende geschikte vrijwillige chauffeurs voor het op
    een verantwoorde wijze uitvoeren van de dienstregeling.
    Het is de verantwoordelijkheid van de buurtbusvereniging i.o:
  • om o.a. haar statuten te formuleren en een huishoudelijk reglement op te stellen.
    Het is de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder
  • te zorgen dat het buurtbusproject geen afbreuk doet aan ander openbaar vervoer van de
    rechthebbende Concessiehouder maar complementair werkt, dit ter beoordeling aan
    Concessieverlener;
  • te zorgen dat de dienstregeling aansluit op het aanbod van ander openbaar vervoer;
    2 Een aantal buurtbusverenigingen kent een andere organisatievorm. Dit heeft geen consequenties voor de
    wijze van samenwerken en de verantwoordelijkheden.
    7 Versie definitief, 20181101
    Gelderland: zaaknummer.: 2018-012400 / Overijssel: mapnummer: 5118891
  • de dienstregeling, bedieningsperiode en bedieningsdagen op te stellen in samenspraak met de
    Buurtbusvereniging;
  • te beoordelen en onderbouwen dat de vervoervraag aansluit op een dienstregeling uitgevoerd
    met een 8-persoonsbus;
  • te onderbouwen hoe hij omgaat met ‘pieken’ in het reizigersaanbod;
  • te zorgen dat de beoogde dienstregeling van een nieuwe Buurtbusvereniging op de afgesproken
    dag kan starten.
    De Concessieverlener
  • voert gedurende het eerste jaar na oprichting van de Buurtbusvereniging de toetsing aan de
    getalsnorm niet door. De getalsnorm wordt over één kalenderjaar gemeten, over drie
    opeenvolgende maanden (juli en augustus niet meegerekend). De getalsnorm behoort dan
    gemiddeld 400 reizigers per buurtbus per maand te zijn;
  • toetst of de onderbouwing van de Concessiehouder dat het vervoeraanbod past bij de
    vervoervraag voldoende is.
    Partijen komen gezamenlijk een startdatum overeen vanaf wanneer partijen aan hun
    verantwoordelijkheden kunnen worden gehouden.
    2.2 Beëindigen
    • De Concessieverlener kan ambtshalve of op voorstel van een Buurtbusvereniging een
    buurtbusproject beëindigen indien het aantal reizigers minder is dan gemiddeld over een
    kalenderjaar 400 reizigers per buurtbus per maand, gedurende tenminste 3 opeenvolgende
    maanden (juli en augustus niet meegerekend).
    De Concessieverlener pleegt voorafgaand aan haar besluit in ieder geval overleg met de
    Buurtbusvereniging. In overleg met de Buurtbusvereniging en de Concessiehouder. Samen kijken
    zijof het mogelijk is om het aantal reizigers te vergroten. Als Concessiehouder en/of
    Concessieverlener vaststelt dat binnen een half jaar geen oplossing voorhanden is, of de
    maatregelen binnen een half jaar nadat ze getroffen zijn geen effect sorteren, dan kan het
    buurtbusproject worden beëindigd.
    • De Concessieverlener kan ambtshalve of op voorstel van een Buurtbusvereniging een
    buurtbusproject ook beëindigen indien de vereniging onverantwoord met personeel en/of
    materieel omgaat.
    • De Concessieverlener kan ambtshalve of op voorstel van een Buurtbusvereniging een
    buurtbusproject ook beëindigen indien een project op grond van herstructurering van het
    regionale aanbod van openbaar vervoer wordt geïntegreerd in, of vervangen door, een ander
    collectief vervoersysteem, zulks ter beoordeling van GS.
    Partijen overleggen over de datum van beëindiging;
    Ambtshalve beëindiging van een buurtbusproject vindt niet eerder plaats dan drie maanden nadat
    Concessieverlener het besluit tot opheffing heeft genomen;
    De Concessiehouder maakt het opheffen van het buurtbusproject publiekelijk bekend.
  1. Financiën
    Bijdrage Concessieverlener
    De provincies kennen een subsidieverordening waarvan de Buurtbusvereniging gebruik kan maken.
    De Buurtbusvereniging die gebruik maakt van deze subsidieverordening voert een dusdanige
    administratie dat de vereniging bij een controle door de Concessieverlener kan aantonen welke
    kosten vanuit deze gelden zijn betaald.
    Subsidie gemeenten
    Buurtbusverenigingen kunnen bij de gemeenten waarin de Buurtbus rijdt een subsidieverzoek
    indienen. Of er een subsidie verstrekt wordt, en de eventuele hoogte hiervan, kan verschillen per
    gemeente.
    Uitgaven Concessiehouder
    Training en opleiding, medische keuring(en) en rijvaardigheidstoetsen voor chauffeurs betaalt de
    Concessiehouder.
    8 Versie definitief, 20181101
    Gelderland: zaaknummer.: 2018-012400 / Overijssel: mapnummer: 5118891